Veelgestelde vragen

'Digisterker - Werken met de digitale overheid' is een lesprogramma waarin mensen leren werken met de websites van de overheid. Het lesprogramma wordt meestal aangeboden in de vorm van een cursus van meerdere bijeenkomsten. Deze cursussen zijn onder begeleiding van docenten en vinden plaats in de locaties van de openbare bibliotheek. Een belangrijk onderdeel van de cursus is het leren werken met DigiD. In de cursus is veel aandacht voor het gebruik van de mijn-omgevingen, ofwel de met DigiD afgeschermde persoonlijke gedeelten van de overheidswebsites. Zie ook de verdere toelichting op het programma.

Er is een video over het lesprogramma. Bekijk deze video voor een indruk van het lesprogramma.

Als Digisterker-docent ontvangt u de inloggegevens van de lokale Digisterker-coördinator van uw bibliotheek. De coördinator ontvangt deze gegevens van Stichting Digisterker.

Ja, als u wilt gaan werken met het lesprogramma dan moet u eerst de docententraining volgen. Tijdens de training wordt naast het bespreken van de inhoud van de cursus ook aandacht besteed aan zorgvuldig omgaan met de privacy van de cursisten tijdens de les. Stichting Digisterker werkt met een certificeringsregister voor docenten om te waarborgen dat docenten zich conformeren aan de gedragsrichtlijnen voor docenten die door Stichting Digisterker hierover zijn opgesteld.  Deze richtlijnen komen tijdens de docententraining uitvoerig aan bod. U krijgt na afloop van de training een certificaat per post toegestuurd. De coördinator van de bibliotheek kan geïnteresseerde docenten aanmelden.

De Koninklijke Bibliotheek koopt de Digisterker-licenties landelijk in voor openbare bibliotheken. Met deze inkoopregeling worden bibliotheken laagdrempelig in staat gesteld om Digisterker-cursussen aan te bieden in hun werkgebied. Dat betekent dat het Digisterker-cursusmateriaal beschikbaar is voor ruim 330 gemeenten, inclusief een module over de (eigen) gemeentelijke digitale dienstverlening.

Met het Digisterker-cursusaanbod dragen bibliotheken bij aan een digitaal inclusieve samenleving. Bibliotheken kunnen hierin ook samenwerken met lokale organisaties om specifieke doelgroepen te bedienen. Zij kunnen afspraken maken over toeleiding van cursisten of het samen organiseren van het cursusaanbod. Daarmee ondersteunt het programma niet alleen de minder digivaardige doelgroep, maar draagt het ook bij aan versterking van de maatschappelijke infrastructuur rondom zelfredzaamheid van burgers.

Ja, de bibliotheek verwerft binnen haar werkgebied (gemeenten) het recht op toegang en gebruik van de onderdelen die deel uitmaken van de licentie. Daarbij mag de bibliotheek deze licentie delen met lokale partners in haar werkgebied. Voorwaarde daarvoor is, dat er een duidelijke betrokkenheid van de bibliotheek is bij het delen van de licentie. Het is immers een product van de bibliotheek dat landelijk is ingekocht door de bibliotheeksector. Door het delen van de licentie kan de bibliotheek het bereik vergroten (meer cursisten). Het biedt de bibliotheek daarnaast de mogelijkheid om het gebruik door derden aan deze derden door te berekenen. De bibliotheek kan afspraken hierover vastleggen in een samenwerkingsovereenkomst.